Maar wat zijn mensen dan?
Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.
Tekst onder afbeelding
Maar wat zijn dan mensen? – PopUpGedachte donderdag 8 juni 2023
Het was 2008 en ik zat in de collegebankjes van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Op zichzelf al een belevenis, want ik studeerde in het Hanzestadje Kampen aan een mini-universiteit. De omvang van de VU was een prettige verandering, de treinreis naar de grote stad ook. En een niet onbelangrijke factor: het meisje dat ik daar in die stad heel graag tegen wilde komen – en waar ik ondertussen bijzonder gelukkig mee getrouwd ben. De college’s gingen over de Universele Rechten van de Mens en hoe die zich verhouden tot theologie. Ik was druk bezig met te specialiseren in politieke theologie en de briljante Hans Reinders was expert in mensenrechten. Hij zei – en ik vergeet dat nooit weer – mensenrechten op zich zijn een lege huls, ze veronderstellen een wereldbeeld en een mensbeeld, een geloof zo je wilt. Dat vond ik bizar, omdat het toch Universele Mensenrechten waren, los van context, cultuur, achtergrond of wat dan ook. Nee, zei hij, ze zijn ontstaan in een periode en een plek in de wereld die bepaald was door het christelijke wereldbeeld. Laat je die combinatie los, dan komen de mensenrechten zoals ze bedoeld zijn onder druk te staan. Nou is het wrang om te merken dat door allerlei conservatief-christelijke partijen mensenrechten aan Europese grenzen met voeten worden getreden – dus de combinatie van een christelijke levensvisie en het in naam eerbiedigen van mensenrechten, garandeert heus geen fatsoenlijke praktijk – maar hij bedoelde dit:
Dat christendom (net als vele andere geloofstromingen) leert op een eigen manier een heilig ontzag voor menselijk leven. Het simpele feit dat je mens bent, maakt je te eerbiedigen. Dat ligt in verhalen van schepping en menswording van Jezus van Nazareth vast. Dat wordt met voeten getreden door gelovigen, maar de verhalen duwen je steeds weer met de neus op de feiten. En roepen om eerbiedigen van de mens, als te eerbiedigen in zichzelf – los van wie ze zijn, wat ze presteren, wat ze doen. Als je die diepe inhoudelijke verbinding loslaat, dan worden mensenrechten krachteloos, dan wordt de afweging voor welk mens ze nu wel even gelden en wie niet, achteloos gemaakt. Dan gaat zelfbescherming opeens boven ander-bescherming, want ja – het hemd is nader dan de rok.
Ik had nooit goed begrepen waarom in de verhalen van christendom en Jodendom er twee geboden bovenaan staan. Tot Hans, tot de VU, tot het mensenrechtenverhaal. Vanochtend staat er dit, een vraag aan Jezus van Nazareth, een strikvraag van een religieuze geleerde:
Wat is het allereerste gebod?' Jezus antwoordde: 'Het eerste is: Hoor, Israel! De Heer onze God is de enige Heer. Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht. Het tweede is dit: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Er is geen ander gebod voornamer dan deze twee.'
Met twee woorden spreken is de sleutel van de deze spiritualiteit. Wat ik soms lastig vind, want het waardering krijgen voor het gebod ‘heb je naaste lief als jezelf’ dat gaat nog wel. Dat snapt men, vindt men mooi, goede spirituele oefening. Maar wat moet die God daar dan in? Die masculiene, dominante, regelgevende, dogmatische, ongrijpbare, zogenaamd almachtige? Wat is de zin? Even los van dat masculiene wat er aan is gaan kleven, het dogmatische, het soms zo misbruikte concept van almacht – is de zin denk ik hierin besloten: ik heb niet te bepalen wie mijn naaste is. Als ik mijn hart volg, houdt ik van de één en voel me bedreigd door de ander of heb een hekel aan de ander. Dat zit diep en mijn hoofd vindt duizend-en-één rechtvaardigen voor mijn antipathie en sympathie. Is het overlevingsinstinct of evolutionair principe – ik weet het niet maar ik denk automatisch in binnen en buiten, wie zijn er bij mij en wie niet. De overgave aan een God die ook die intens vervelende ander liefheeft, en mij uitdaagt om lief te hebben – no matter what – die brengt onverwachte verbinding. Alleen God liefhebben zonder een naaste liefhebben is onmogelijk en problematisch. Alleen een naaste liefhebben, zonder die hogere ordening te zien, is bijna onmenselijk. Het goddelijke principe, de Eeuwige zelf, is een voortdurende vraag aan mijn overleveningsinstinct – durf ik dat los te laten en te vertrouwen, dat de ondanks alles liefde sterker is dan angst, hoe gerechtvaardigd de angst ook is. Opdat de wereld een klein beetje meer te vertrouwen wordt, voor iedereen.
Tot zover even de gedachtenspinsels van vanochtend. Een hele goede donderdag gewenst, met wijdopen ogen voor wie je vandaag tegenkomt – en vrede gewenst – en alle goeds.