Rouw
Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.
Tekst onder afbeelding
Rouw – PopUpGedachte dinsdag 27 september 2022
Rouw klinkt rauw en dat is het ook. Ik durf niet goed naar buiten, zei een vriendin, want ze kunnen het niet aan me zien. En dat trek ik niet. De innerlijke wereld is zo overhoop dat het veel te kwetsbaar voelt om zonder enige verwijzing naar dat innerlijke proces de buitenwereld tegemoet te treden. Misschien moeten we rouwbandjes gaan ontwerpen voor mensen die in de rouw zijn. In het dorp waar ik woonde, Rouveen, kon je het bij sommige mensen zien. Zij die nog de traditionele klederdracht droegen, waren dan in het zwart gekleed zonder alle het bontgekleurde stipwerk. Zij waren in de rouw.
Er is te weinig plek voor rouw. Het is de belangrijkste reden dat we eind december een nieuwe traditie rond de Kerstdagen aan het ontwerpen zijn. Een kas middenop een plein in de stad waar mensen een kaarsje kunnen branden voor iets of iemand waar ze om rouwen. ‘Let op’, zei één van de mede-organisatoren die zelf in de rouw is, ‘zeg niet dat dit een plek is van troost. Want dat kun je helemaal niet organiseren. Het kan heel pijnlijk zijn als jij pretendeert te kunnen troosten.’ Dus maakten we ruimte voor rouw, meer niet.
De christelijke traditie, en zeker de herderlijke dominees, zoeken naar troostende woorden. Het is belangrijk om mensen op te beuren. En dat gaat lang niet altijd goed. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het niet alleen de dominees zijn, we beuren elkaar graag op. Met de mond vol tanden staan tegenover het leed van de ander is nou eenmaal een rotgevoel, daar willen we graag vanaf. Dus terwijl de ander het leed op tafel legt, zoek ik naarstig in mijn hoofd en hart naar woorden die de pijn kunnen verzachten. Niet eens om de ander allereerst, maar ook om mezelf. Wat zit ik daar anders? Wat zou ik niets te zeggen hebben, dat kan toch niet? Dan ligt dat zware daar maar midden op de tafel. Er gaat veel mis in de onbeholpen pogingen om leed te verzachten. Soms is het zaak niets anders te doen dan de pijn van de ander te erkennen en ruimte te creëren om erover te vertellen. Zonder het op te lossen. De ander draagt het toch rond, die leeft er ook mee, dan kunnen jij en ik het ook wel even aan, toch? Zo niet, dan verdiept dat namelijk de eenzaamheid van de ander en bevestigt de ondraaglijkheid ervan.
De oude teksten van christendom schuwen de ondraaglijkheid niet. Ze schrijven rouw in dikke letters uit in psalmen, profetieën en verhalen. Zoals vandaag, een psalm:
Ik word door rampen bezocht,
mijn leven nadert het dodenrijk.
Ik hoor bij wie afgedaald zijn in het graf,
ik ben als een man aan het eind van zijn krachten.
Een naamloze dode,
ik ben als een gesneuvelde in een massagraf,
aan wie U niet langer denkt,
losgerukt uit uw hand.
U hebt mij onder in de kuil gelegd,
in het duister van de diepte,
uw toorn drukt zwaar op mij,
uw golven slaan over mij heen
Verdriet, verwijt, depressie. Dit is hoe ik me voel, dit is wat me gebeurt en ik schrijf en deel, omdat het er is. Dit is geen eindconclusie van een dogmatisch betoog over de aanwezigheid van God of dienst karakter, het is de onmiddellijke ervaring die ruimte nodig heeft, die licht en lucht nodig heeft om er te mogen zijn. En zo kwam het in de kernteksten terecht van de geschiedenis van de God van Abraham, Izaak en Jakob. En in heel deze 88e Psalm volgt geen oplossing. Omdat die er niet hoeft te zijn om mens te kunnen zijn, omdat het leven zo kan zijn en niet de oplossing maar het bestaan ervan een plek verdient in onze harten, en hoofden en in onze gemeenschappen.
Tot zover vandaag. Een hele goede dinsdag gewenst. In rouw of in vreugde, vrede gewenst en alle goeds.
(klik hier voor de bijbelteksten van de dag)