Wat is dan heilig?

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Tekst onder afbeelding

Wat is dan heilig? – PopUpGedachte dinsdag 17 januari 2023

Heilig, echt zo’n oud religieus woord. Wat her en der nog een uitdrukking binnen is geslopen, zoals ergens heilig van overtuigd zijn. Heilig ontzag. Verder is het in een geseculariseerde wereld vrij ver buiten ons bereik. Oh, wacht, nee natuurlijk, de paus en of we die heilig moeten verklaren, dat is er ook nog. Behalve dat is er de vraag of ons iets nog heilig is?

In de traditie waarin de bijbelteksten geschreven zijn, stikte het van de heiligheden. God was heilig, de tempel idem dito, heilige gebruiken, heilige gewaden, heilige plekken. Het leven was ervan doortrokken. De gemiddelde stad in Nederland kent kerktorens en her en der een synagoge of moskee, maar heilig? En dat is wat ingewikkeld met het lezen van de oude teksten, want je ziet Jezus en de profeten steeds herdefiniëren wat heilig is, zo van: het is niet dit, maar dat. Maar wat doe je als er zo weinig heilig is?

Vandaag staat er dit: Eens ging Jezus op een sabbat door de korenvelden en zijn leerlingen begonnen onder het gaan aren te plukken. De Farizee­ën zeiden tot Hem: 'Waarom doen ze op sabbat iets wat niet geoorloofd is?' Hij gaf hun ten ant­woord: 'Hebt gij nooit gelezen wat David deed, toen hij gebrek had en hij en zijn metgezellen honger kregen? Hoe hij onder de hogepriester Abjatar het huis van God binnenging en van de toonbroden at, die alleen de priesters mogen eten, en hoe hij er ook van gaf aan zijn metgezellen?'

De rabbi wordt op de vingers getikt en zegt eigenlijk: wees blij dat ze niet de tempel zijn binnen gestiefeld om in het allerheiligste hun honger te stillen, ze doen het hier netjes op het veld met wat voor handen is. We zijn net als David toen ooit op een heilige missie en dan mogen de regels wijken. Het gaat hier niet over de vraag wat wel en niet mag, bij wie je wel en niet hoort en wat de gebruiken zijn waaraan je je hoort te houden. Voel je iets van de missie van de man van Nazareth of wil je gewoon dat iedereen zich houdt aan dat wat voorgeschreven is. Jezus claimt zijn missie, maakt en passant de vergelijking tussen de tempel en het korenveld en laat dat wat heilig is achter bij degenen die menen de orde te moeten bewaken – iets waar hij zelf heel weinig tijd en geduld voor heeft. Voor orde en voor hoe het hoort.

Dus de vraag is misschien wel helemaal niet wat heilig is en of ons nog iets heilig is. Welke gebruiken we moeten omarmen, welke regels we onszelf moeten stellen. Allemaal interessant en misschien behulpzaam voor een gevoel van identiteit: zo van dit is onze cultuur, zo doen wij de dingen nu eenmaal, als je erbij wilt horen moet je het ongeveer zo aanpakken – maar de vraag die hier bovenuit gaat is deze: wat is je missie? En wat is daarbij nodig? Wat staat je te doen in het leven?

Jezus vertelt het verhaal over David en zijn metgezellen – dat voert nu wat ver, maar reken maar dat die op een missie waren, zo heilig dat de heiligste broden mochten dienen als eten voor onderweg. Alsof de hostie en de wijn worden meegegeven als mondvoorraad – al weet ik niet of dat met de hostie echt helpt. Jezus identificeert zich met die rol, die plek, die toon. En zegt dan: De sabbat is gemaakt om de mens, maar niet de mens om de sabbat. De Mensenzoon is dus Heer ook van de sabbat.’

De regels die we onszelf opleggen, omgangsvormen, heilige verplichtingen, onderlinge verwachtingen en vanzelfsprekendheden – ze staan in de pikorde van het leven ónder de vraag wat je te doen staat, wat je missie is. Ze zijn er om de mens te dienen, níet andersom. Wat de familie ook van je verlangt, of je partner, of jezelf of de staat; zij gaan niet over je leven omdat zij niet gaan over je missie in het leven. Wat staat je te doen, is de vraag. Wat is je – misschien wel Godgegeven opdracht – en hoe passen de vormen dan daarin. Dat is een bijna angstaanjagende vrijheid om jezelf toe te eigenen (of eerder; als die door een ander toe wordt geëigend, want wat zou die zich dan in het hoofd halen), toch is het de houding van die eerste, vrij revolutionaire christenen. Zij hielden zich niet aan de wetten van de staat omdat de staat zeggenschap over hen had, maar omdat ze geloofden in een God van liefde en vrede en daarom vrijwillig zich voorzover dat paste, aan de wetten hielden.

Teveel voor vanochtend misschien, maar ik noteer voor mezelf in elk geval de vraag naar de missie – die uitgaat boven de vraag naar wat hoort. En dat het gebrek aan een missie, misschien wel maakt dat hoe het hoort spijkerhard wordt toegepast. Heb ik ruimte in mijn hart en hoofd voor andermans missie en hoe die dan dus anders moet leven dan een ander. En mag dat ook voor mij gelden?

Tot zover de PopUpGedachte van vanochtend. Weer een en ander om door het hoofd en hart te laten dwalen vandaag. Een hele goede dinsdag gewenst – en vrede, en alle goeds. i

 
Vorige
Vorige

Mag het hart nog spreken

Volgende
Volgende

Gezond verstand