Voor wie ben ik nog verantwoordelijk?

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Tekst onder afbeelding

Voor wie ben ik nog verantwoordelijk? - PopUpGedachte maandag 6 oktober 2025

Je kunt je tijd maar één keer uitgeven. Je aandacht ook. Al geldt voor beiden dat ze rekbaarder en ruimtelijker lijken, als de nood aan de man of de vrouw is, dan op het eerste gezicht gedacht. Het is superbelangrijk om te kunnen zeggen: geen tijd. Maar iedereen weet; als het moet, maak je opeens tijd. En aandacht. Wat betekent dat je het nooit helemaal kunt afwentelen op de tijd. Er is altijd een mate van prioriteit. Wil ik dit nu, kan ik dit nu? Het is voor mij altijd al, maar specifiek sinds de Vluchtkerk in Amsterdam, een vraag. Of een realisatie. Ik zeg dat ik niet meer kan, maar het betekent dat ik niet meer wil. Ik zeg dat ik geen tijd meer heb, maar het betekent dat ik niet meer tijd hier aan wil geven. Vrienden zeggen; je hebt alles gegeven, tijd om voor jezelf te zorgen. En ik weet dat het niet álles is, maar wel al teveel. Er is zoveel rek in energie en tijd, het kan altijd wel. Dat iets niet kan, is meestal niet het geval. Maar soms is het even genoeg. En daar moet je dan verantwoordelijkheid voor nemen.

Is er een grens aan je verantwoordelijkheid? Natuurlijk! Maar waar die ligt? Niemand die het kan zeggen. Dat je meer verantwoordelijk bent voor je directe vrienden of familie dan voor je buren, klopt in zekere zin. Dat je ook verantwoordelijkheid draagt, ergens, voor wat er verder in de wereld gebeurt, klopt ook wel maar in hoeverre. 250.000 mensen vonden gisteren dat ze verantwoordelijkheid dragen voor wat er gebeurt in Gaza, door de Israëlische regering – en vooral dat Nederland geen échte rode lijn trekt, terwijl ze het daar al zo lang geleden over hadden. Voor wie ben ik nog verantwoordelijk? Het is een oude vraag. Gesteld vandaag door één van de rabbi’s uit de tijd van Jezus van Nazareth aan Jezus van Nazareth himself. Dat je je naaste lief moet hebben, is net zo belangrijk als de hele godsdienst zelf – daar waren ze over uit. Maar – verdiepend vraagje van de theoloog – wie is dan mijn naaste? En dat is het moment dat de rabbi één van de beroemdste verhalen vertelt uit de christelijke traditie; die van de Barmhartige Samaritaan. Heel kort; Een Joodse man ligt langs de weg, beroofd en halfdood geslagen. Niemand van zijn volksgenoten die langsloopt, helpt. Behalve de Samaritaan. De Palestijn, zou het deze dagen zijn. Wie is dan de naaste. Om het woord Samaritaan – of ja, Palestijn – maar te vermijden, zegt de vraagsteller: degene die barmhartigheid heeft bewezen.

Precies dat. Fijne omkering, Jezus van Nazareth. De vraag was: wie is nog mijn naaste, degene voor wie ik nog moet zorgen. En voor wie niet meer. Jezus vraagt; wie in dit verhaal heeft zich een naaste getoond. Die ander, die ene, wiens identiteit niet genoemd mag worden.

Voor wie ben ik nog verantwoordelijk? Waar is die buitengrens. De rabbi brengt het naar binnen. Voor wie je verantwoordelijk bent? Voor jezelf. Dat jij mens bent, gemaakt om te zorgen en lief te hebben en verantwoordelijkheid te dragen. Pak die verantwoordelijkheid, zoek niet naar die grenzen maar wees mens ten opzichte van de ander die op je pad komt. En ja, of dat nu een digitaal pad is en je maakt je grote zorgen over het lot van medemensen 8000 kilometer verderop – of een fysiek pad, direct naast je voordeur. Dat maakt niet uit, kost veel te veel headspace om daar regels voor te gaan bedenken; wees mens, laat je raken, neem verantwoordelijkheid.

Daarmee is dus de haalbaarheid ook het raam uit. We krijgen als mens geen afgebakend portie lijden van anderen op ons bordje, wat we met wat goede wil en strakke organisatie, tot een goed einde kunnen brengen. Er is geen eindstreep, geen lat, geen scorebord. Jij bent er, ik ben er en er is elke dag weer opnieuw een weg om te gaan met allerlei afwegingen. Er is geen grens aan wie mijn naaste is. Dat zijn ze allemaal. Er is wel een mate waarin ik naaste kan zijn – dus daar geef ik me aan vandaag. En morgen weer. Me een naaste betonen – en zien dat anderen zich aan mij een naaste betonen en hen daarin ook hun gang laten gaan. De halfdood geslagen man had even een naaste nodig. Net als ik soms. De ene keer lig je langs de weg in de kreukels, de andere keer loop je langs iemand in de kreukels. Voor wie ben je nog verantwoordelijk? Voor jezelf; om te leren geven en ontvangen en mens te zijn. Niemand is uitgesloten, iedereen hoort erbij, allemaal in de kring. En dan doen wat je hand vind om te doen, in alle beperktheid. In afstemming misschien ook wel, in gebed voor de gelovige. Om open ogen. En een kloppend hart. Vandaag. En morgen weer.

Tot zover vandaag. Een hele goede maandag gewenst – en vrede, en alle goeds.

 

 
Abonneren op de Whatsapp meldingen? Klik hier
Vorige
Vorige

De omkering

Volgende
Volgende

Slechts op bezoek