Verborgen
Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.
Tekst onder afbeelding
Verborgen – PopUpGedachte maandag 8 december 2025
We gingen langs bij de buren, gisteravond. Ze wonen er nog niet zo lang en mede door culturele en taalverschillen is het soms een beetje zoeken. Als het jarige buurjongetje opendoet, zegt hij dat we nu niet binnen kunnen komen. Achter hem duikt familie op die ons zo’n beetje aan de arm mee naar binnen troont. Natuurlijk, kom, gezellig! Nee, hou je schoenen aan. Kom, doorlopen! En het wordt een gezellige avond, met een zeer vrolijk buurtjongetje. In eerste instantie zag hij het niet zitten. Nu speelt hij spelletjes en is gelukkig. Dat afwerende gebaar in eerste instantie, hoe vertrouwt is dat niet?
Heb je hulp nodig? Nou nee, ik red het wel. De allereerste reflex. Ik weet niet of je het herkent, maar het is bij velen van ons ingebakken. Want wat is er nodig voor hulp – dat ik laat zien wat voor rommeltje het kan zijn aan de binnenkant. Terwijl ik liever eerst het huis opruim, zorg dat ik ermee voor de dag kan komen en dan pas op een heel specifiek onderwerp die hulp aanvaard. Maar voor degenen die iets aanbiedt, is dat helemaal niet nodig. En als je echt even support nodig hebt, dan krijg je het helemaal niet op orde en kom je dus niet toe aan de geboden hulp.
Vanochtend staat er, in een van de eerste hoofdstukken van het eerste boek van de Bijbelse boeken, Genesis: Nadat Adam van de boom gegeten had, riep God de Heer de mens: ‘Waar ben je?’
Hij antwoordde: ‘Ik hoorde u in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.’
Dat van die boom en die vrucht, kennen we allemaal wel. Uit de opvoeding, de verhalen en uit de kunst. Blijft een ongrijpbaar fenomeen, waarom nou die vrucht – maar wat er volgt is dus dit – en die is herkenbaar. Je hebt het even niet op orde, de ander (met of zonder hoofdletter) verschijnt en het enige dat je wil is wegkruipen in de bosjes. Want het is veel te kwetsbaar om de ander onder ogen te komen. Je hebt het niet op orde. En als je dan toch tevoorschijn geroepen wordt, verzin je uitvluchten. In de zinnen die volgt betekent dat de schuld afschuiven – en ja hoor, op de vrouw en op de Eeuwige zelf ‘de vrouw die ú me gegeven heeft’. Het is al zo oud als de wereld. Jij en die ander, die zijn het probleem. Dat moet wel, want ik sta hier in m’n hemd, zonder hemd eigenlijk, en dat voelt ongemakkelijk. Uiterst ongemakkelijk. Dus moet ik wel wijzen, van me af. Zo snel mogelijk.
Mens, waar ben je. Waar ben ik? Hoe vaak per dag tref ik mezelf in de struiken aan, even proberen nog wat op orde te krijgen voordat ik de ander onder ogen kom. Het is een eenzame plek en vaak een onnodige plek. Maar we zijn zo getraind op het proberen te vermijden van pijn, op overleven – dat we het leven zo vaak vergeten. In elk geval als ik voor mezelf spreek. En het leven is rafelig, onaf, onhandig, dom soms. Niet erg, maar wel waar. En ik los dat ook niet op van de ene op de andere dag, door zo’n popupgedachte bijvoorbeeld. Maar het helpt wel om er woorden aan te geven, om het mezelf te doen herinneren. En dan maar weer voort, uit de struiken komen, erkennen, voor je eigen deel verantwoordelijkheid nemen. En zien hoe het de wereld verandert. Je wereld verandert.
Dat even voor vandaag, rondom verborgenheid en de reflex van ons vrolijke buurtjongetje, de gezellige avond en een hele oude tekst van ver voor Christus. Voor nu, en voor vandaag: een hele goede maandag gewenst – en vrede, en alle goeds

