Zie mij dan - PopUpGedachte 5 juli 2022

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Zie mij dan – PopUpGedachte dinsdag 5 juli 2022

Dat je even gezien wordt en de tranen je in de ogen springen. Het is alsof de vermoeidheid van maanden opeens naar buiten stroomt. Je beseft hoe hard je hebt gewerkt om je hoofd boven water te houden. En opeens is er die arm naast je, onder je oksel, die je draagt. En je laat je rusten en diep van binnen komt er een rivier van tranen op gang die niet meer te stuiten lijkt. Wat is het eenzaam geweest. En koud. Of hard. Of zwaar.

Gezien worden. Het is een eerste levensbehoefte. Gezien, als in opgemerkt, niet enkel geregistreerd als lid van de sapiens soort of als bruikbaar of onbruikbaar deel van het netwerk van de ander, niet enkel als iemand die langs de meetlat van het succes wordt gelegd. De meetlat zal dan uitwijzen of je het waard bent om aan te spreken. Gezien, langs de kieren van je harnas heen. Gezien, voorbij de opgetrokken facade.

Als een moment van echt gezien zijn, zoveel emotie kan opleveren, waar gaat het dan mis? Wat doe ik, denk ik, geloof ik dan over mijzelf, de wereld, de ander en God de rest van de tijd? De tijd dat ik aan het ploeteren ben? Ik lees vandaag weer zo’n mooi stukje eeuwen- en eeuwenoude poëzie, en zo actueel als wat. Psalm numero 115:

Hun afgodsbeelden zijn zilver en goud,
door mensenhanden vervaardigd.

Ze hebben een mond, spreken niet
zij hebben ogen, maar zien niet.
zij hebben oren, maar horen niet
zij hebben een neus, maar zij ruiken niet.

zij hebben handen en tasten niet,
zij hebben voeten en lopen niet
er komt geen geluid uit hun keel.
Al even onnozel is hij die ze maakt
en die vertrouwt op hun macht.

Actueel, noemde ik het. Niet omdat we nou zo druk bezig zijn met afgodsbeelden in letterlijke zin. Maar wel dit: of we het nu zelf organiseren of niet, maar we zijn zomaar omringd door mensen en dingen waar we ons leven opbouwen maar die niet spreken, niet echt. Niet zien, niet diep. Die niet horen, ook al zeggen ze van wel, die niet ruiken waar het zit. Die niet aanraken, al hebben ze handen. Die niet meelopen, ook al hebben ze benen. En ze blijven stom. Onnozel, en toch heb ik er mijn vertrouwen op gesteld.

Met dit team ga ik het redden, denk ik dan. Maar in dit team is er geen ruimte voor het kwetsbare verhaal. We rammen en presteren en realiseren en dan drinken we er één, of twee. Er wordt niet gezien, gehoord en aangeraakt. Onnozel.

Als ik maar het financieel wat meer op orde heb, dan komen de dingen vanzelf weer op hun pootjes terecht. Maar de grafieken, de cijfers en de bank hebben wel ogen waarmee ze me aanstaren, maar ze zien me niet. Onnozel, altijd.

En zo stikt het van de ‘afgoden’ waar ik maar op vertrouw, dat het me gaat redden. En het zijn allemaal onnozelaars. Ze lopen niet mee, ze raken niet aan, ze horen en zien niet. En ik merk het pas als ik wél gezien wordt.

Ze zeggen dat God wél ziet en hoort. Maar ook God is voor zovelen een stomme afgod, een onnozelaar, over wie mooie praatjes de ronde doen maar die je nooit het gevoel heeft gegeven gezien te zijn. En gehoord. Ook dat wat God heet is zomaar een afgod.

En dan? Dan keer ik naar binnen, en neem de tijd voor de erkenning dat ik het nodig heb gezien te zijn. En geef ruimte en lucht aan die kleine stem, die kwetsbare. En de stem van die kwetsbaarheid wordt een gebedje. En op dat gebedje volgt zomaar soms een antwoord. Een goddelijk antwoord, maar dan niet die bedachte of gecreëerde God. Iets anders, wat jou draagt. En je voelt het wel. Als je de tijd neemt. Vertraging en verzachting noemde ik het gisteren. Dat.

Tot zover vanochtend. Een hele goede dinsdag gewenst – en vrede, en alle goeds.

(klik hier voor de teksten van de dag)

Vorige
Vorige

Maar waarom moet het dan pijn doen?

Volgende
Volgende

Liefde voor alles en iedereen