Kan ik de ander zien?

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Tekst onder afbeelding

Kan ik de ander zien? – PopUpGedachte dinsdag 13 november 2023

Een heel deel van de sprekers op het podium van de klimaatmars ken ik, sommige zijn vrienden, anderen spreek ik soms. We staan in de zon op het gras, de sfeer is gemoedelijk en wordt allengs verwarder. Maar nooit grimmig, gelukkig. Mijn zoon van twaalf staat vooraan het hek bij het podium, las vlak naast hem een man in een groene jas over het hek klimt en de microfoon uit Greta’s hand probeert te trekken. Dan wordt het echt verwarrend en komt hij me vragen om uitleg. Wat gebeurt hier. De kinderen snappen het niet meer, de volwassenen kunnen het maar moeilijk uitleggen.

Mijn tijdlijn staat vol met woede en verdriet. Die was er al, daar niet van. Maar de klimaatmars met 85000 mensen, een ongelofelijk aantal, heeft niet geholpen en het doet zeer aan het hart. Ik lees vandaag dit:

“Gij kent mij, Heer, en Gij doorschouwt mij,
Gij ziet mij waar ik ga of sta.
Van verre kent Gij mijn gedachten,
Gij weet waarom ik bezig ben of rust,
Gij let op al mijn wegen.
Heer voor het woord nog op mijn tong is,

weet Gij wat ik zeggen ga.
Waar ik mij went, Gij staat op wacht,
uw hand rust altijd op mijn schouder.”

Kan ik het zien? Deze hand op de schouder van Sahar, de Afghaanse activiste die dubbel en dwars staat voor gerechtigheid en gevlucht uit Afghanistan te vechten heeft met haar eigen schaduwen, kan ik, kan jij, zien dat zij haar redenen had? En zie ik dat zij degene was die in haar eentje de man met de groene jas, die een kop boven haar uittorende, afvoerde van het podium en vervolgens Greta liefdevol weer terugbracht naar haar spreekplek. Haar kracht, aangewend op verschillende manieren maar altijd met oog voor de kwetsbaren. Kan ik zien dat God naast haar staat en haar door en door kent, haar licht en schaduw, haar woorden voordat ze gesproken worden. Kan ik dat ook zien bij de man in de groene jas, die zo witheet dat podium op stormde om van deze jonge vrouw de microfoon te grijpen met alle onveiligheid die dat teweeg brengt.

Het is niet dat er geen stommiteiten te benoemen zijn of onrecht, of onwijsheid of wat dan ook. Maar de vraag van de Psalm gaat, zo denk ik, niet over mij, mijn geliefd zijn, vandaag. Misschien is het wel nodig om deze psalm – van de god die de mens kent – niet voor mezelf te houden, maar me voor te houden als een beeld voor al die anderen. De grommende demonstrant in z’n zwarte outfit, het oudere stel dat boos wegloopt als het over Gaza gaat omdat ze hier niet voor kwamen en roepen om Greta. De verdrietige mensen die met leed toezien hoe een verenigde stem uiteengedreven wordt, sprekers als Mounir Samuel die hart en ziel geven om de boel samen te brengen.

Misschien gaat het je teveel over de klimaatmars, maar het past op elke situatie van haat en nijd. Kan ik de ander zien als degene waar de hand van God op de schouder rust. Ook als die stomme dingen doet of zegt. Niet als aanmoediging, maar omdat de Eeuwige nou eenmaal de mens en de wereld niet loslaat en mij vraagt om dat ook niet te doen – ook niet als ik gedesillusioneerd ben.

De wereld roept om onze liefde, juist in tijden van verdeeldheid. Om naast de mensen te staan die zich niet gehoord en gezien voelen – en dat zijn er verschrikkelijk veel in deze dagen. Waar is God in deze dagen? In de marge, meestal. Hij troost een kind, roept om vertrouwen, haalt scherp uit naar degenen die hun macht niet aanwenden om het kwetsbare te beschermen en omarmt de mensen die ziek worden van dit alles, om ze te genezen. Helpt hen die vallen weer op hun voeten. Voor weer een nieuwe dag.

 
Vorige
Vorige

Je innerlijke wereld

Volgende
Volgende

Het komt wel, maar anders